Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Moeilijke logaritmische en exponentiële vergelijkingen oplossen

Bedankt voor het antwoord op een vorige vraag maar hebnog 2 vgln die niet lukken
1) log43Ö(x-10)=log64(x-1)+1/3
Deed reeds volgende stappen:
log(x-1)/3log4=log(x-1)/3log4+log4 maar dan valt mijn onbekende weg en er is wel degelijk een oplossing nl.2

2) 2logx9-4=4logxÖ3+2logx(3x)
hier weet ik eigenlijk niet goed hoe te beginnen want ik dacht log van elke term maar dat mag zeker zo maar niet met die optelling en aftrekking?

Vannes
3de graad ASO - dinsdag 29 januari 2008

Antwoord

Gebruik in je eerste probleemopgave eens de volgende eigenschap van logaritmen: 4log(A) = 64log(A3).
Zowel het grondtal als het argument zijn dus tot de derde macht verheven.

In je tweede opgave kun je wellicht hetzelfde toepassen, maar ik zie een grondtal 2 en een grondtal 4 staan en tevens staat er nog een lager geschreven letter x bij. Wat dat laatste betekent, weet ik niet.

MBL

MBL
woensdag 30 januari 2008

©2001-2024 WisFaq