voor tegen geen mening totaal jongere 7 14 3 24 dertiger 11 18 5 34 veertigplusser 5 25 8 38 totaal 23 57 16 96
Nu vragen ze: - die veertigplusser is, voor verhoging is - veertigplusser is en voor verhoging is
Ik zie het verschil niet.. zou dit misschien uitgelegd kunnen worden? alvast bedankt!
melek
Cursist vavo - zaterdag 3 november 2007
Antwoord
Beste Melek: Bedoel je: a)bereken de kans dat een veertigplusser vóór is? b)bereken de kans dat een van de ondervraagden een veertigplusser is èn vóór ?
a)Van de 38 veertigplussers zijn er 5 vóór, dus de kans is 5/38. b)Van alle 96 respondenten zijn er 5 veertigplussers die vóór zijn. Was dat de bedoeling?