Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Voorwaardelijke kans en onafhankelijkheid (2)

Hallo,

Ik had reeds deze vraag gesteld.

MIJN COMMENTAAR IS:

U zegt dat bij P(A en B)=P(A)xP(B)=0,4x0,6=0,24
Maar ik heb bij de tentamen die ik op 04/11/2002 heb gekregen het volgende antwoord geschreven:
P(A en B)=P(A)xP(B)x2=0,4x0,6x2=0,48. Immers de kans op A en B vindt op twee manieren plaats. Er is bij de vraagstelling geen volgorde van A en B gegeven.

Als de vraag P(AB) zou zijn dan zou, denk ik, het antwoord als volgt zijn:
P(AB)=0,4x0,6=0,24. En geen maal 2 omdat er een volgorde is gegeven, namelijk P(AB).
We kunnen dit vergelijken met:
bereken P(Rood en Blauw) is hetzelfde als P(A en B);
bereken P(RB) is hetzelfde als P(AB).

Hopelijk is mijn redenering wel goed, anders krijg ik wellicht een klein beetje punten ervoor of misschien zelfs 0 punten :-)

Dank voor de moeite.

A.G.
Student universiteit - dinsdag 5 november 2002

Antwoord

Het probleem is opgelost als je bedenkt dat met P(A en B) bedoeld wordt P(AB). Ik heb het idee dat je denkt dat A en B twee knikkers of iets dergelijks zijn die je moet proberen te trekken.
Maar het gaat hier over het gelijktijdig optreden van twee zogenaamde gebeurtenissen die A en B heten.

MBL
dinsdag 5 november 2002

©2001-2024 WisFaq