Schrijf zo eenvoudig mogelijk... Je eindresultaat bevat ten hoogste één wortelvorm die niet in de noemer staat en bevat geen negatieve machten en geen rationale machten
WAAR IK GEKOMEN BEN: Ik zie in dat het tweede stuk van de opgave (na de '+') gelijk is aan het eerste. Dan krijg je: [2(2aÖ2ab] tot de macht -3 Maar dan denk ik dat ik fouten ga maken. Kunnen jullie me helpen verder te gaan , of verbeter waar ik fout zat ?