Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 3535 

Re: Afgeleide van logaritmische functies

1.
g(x)=0,5log(x2)
Waarom nu:
g(x)=-2·0,5log x
g'(x)=-2·1/x·1/ln(0,5)
Maar niet:
g(x)= 2·0,5log
g'(x)= 2·1/x·1/ln(0,5)?

2.
h(x)=0,5log x·2log x
Waarom h(x) met min teken: -2logx·2logx = (2logx)2
Maar niet:
h(x)= 2logx·2logx=(2logx)2

Mieke
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 21 februari 2006

Antwoord

De eerste uitwerking bij 1. deugt niet.

q43797img1.gif

Kijk maar 's.

Bij de tweede moet je bedenken dat:

q43797img2.gif

Zie eventueel 1. Rekenregels machten en logaritmen

WvR
dinsdag 21 februari 2006

©2001-2024 WisFaq