Helaas ben ik kennelijk alles over algebra vergeten. Wij verkopen twee soorten goederen door elkaar. Het computerprogramma rekent per soort artikel de provisie voor de vertgenwoordiger uit, maar geeft slechts één eindtotaal. De provisies zijn 8% (over a)en 18% over overig. Ik zoek de grootte van het deel a. Uit de volgende formule kom ik niet uit omdat ik verkeerd verschuif of deel of vermenigvulig. Zit al uren te puzzelen. 0,8a+ 0,18(omzet-a)=totaalprovisie. Dank, dank.
Als aanvulling op mijn zojuist gestelde vraag toon ik hier tot waar ik gekomen ben. 8 en 18%; y = omzet, z = totaal provisie. (0,08·x)+0,18·(y-x)=z x + 0,18/0,08y - 0,18/0,08x = z/0,08 x + 2,25y - 2,25x = z/0,08 x - 2,25x = z/0,08 -2,25y 1,25x = 2,25y - z/0,08 x = 1,8y - z/0,064
ed van
Iets anders - woensdag 10 juli 2002
Antwoord
Voor zover ik je verhaal begrijp gaat het in de laatste vergelijking fout :
x = 1,8y - z/0,064
Dit moet zijn :
x = 1,8y - 10z
Want 1/(0.08*1.25) = 10
en niet : 0.08/1.25 = 0.064
Dus :
Provisie over a : 0.08x = 0.144y - 0.8z
en
Verkoop artikel a : x = 1,8y - 10z
Mits je de totale verkoop en totale provisie weet.
