Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Minimumpolynoom

Hallo wisfaq,

Zij K=Q(a) een quotiëntenlichaam (Q zijn de rationale getallen) en f=(x^3)+2(x^2)+1 het minimumpolynoom van a over Q.
Ik wil graag het min polyn bepalen van a^2 over Q.Ik weet hoe je in het algemeen een min polyn bepaalt als a gegeven is en een basis, maar in dit geval begrijp ik niet wat ik moet doen.

Groeten,
Viky

viky
Student hbo - maandag 7 februari 2005

Antwoord

Viky,

Laten we eens graad per graad proberen een minpol op te stellen: laag beginnen, en als het niet lukt een beetje hoger proberen. Graad 1 kan de minpol van a2 niet hebben want dan zou a2 voldoen aan f=x+b, dus a2=-b wat dus strijdig is met het feit dat a een minimaalpolynoom van graad 3 heeft...

Graad 2 kan ook niet: dan zou je immers (a2)2 = a4 moeten kunnen schrijven als ba2 + c
a4 = aa3
= a(-2a2-1)
= -2a3-a
= -2(-2a2-1)-a
= 4a2-a+2
Dit is enkel van de vorm ba2+c als je die -a zou kunnen vervangen door een combinatie van 1 en a2, bijvoorbeeld -a=da2+e. Maar dan voldoet a weer aan een vergelijking van graad 2, weerom strijdig met het feit dat de minpol van a graad 3 heeft.

We moeten dus op zoek naar iets van graad 3, dus een uitdrukking voor a6 als lineaire combinatie van 1, a2 en a4. Laten we eens proberen he.
a6 = (a3)2 = (-2a2-1)2 = 4a4+4a2+1
Dat ging vlug, en je ziet ook dat je hier een algemene methode krijgt: als a een minpol van graad n heeft, en je zoekt de minpol van am, schrijf dan
an = a0 + ... + an-1an-1
Doe dit alles tot de m-de macht:
amn = a0m + ... + an-1mam(n-1) (plus nog een boel kruisproducten)

Je krijgt dan wel een hele hoop termen, maar allemaal de exponenten van a zullen m-vouden zijn, gaande van 0 tot n-1. En dus heb je een polynoom van graad n gevonden waaraan am voldoet. Dan moet je alleen nog eens nagaan of am niet aan lageregraadsvergelijkingen voldoet, zoals ik in het begin van deze vraag gedaan heb... Maar daarvoor kan je wel steunen op een aantal eigenschappen: ik dacht dat de graad van de minpol van a altijd een deler was van de graad van de minpol van b wanneer a in (b) zit (maar ik ben er niet zo heel zeker meer van en het doet hier eigenlijk ook niet terzake)

Groeten,
Christophe.

Christophe
dinsdag 8 februari 2005

©2001-2024 WisFaq