2 rechthoekige driehoeken in een cirkel waar je de straal niet van weet. De rechthoekige driehoek tegen de cirkel aan heeft 2 bekende zijden (1,3 en 10,15). De grote rechthoekige driehoek heeft 1 bekende zijde (10,15). De straal van de cirkel is dus de schuinezijde van de rechthoekige driehoek en de lange rechte zijde + 1,3.
Hoe kan ik nu de omtrek van de cirkel bepalen? Ik kom er echt niet uit.
Ik heb nog een tekening voor de verduidelijking, maar waar kan ik deze plakken of meesturen?
alvast bedankt, Marijn
Marijn
Student hbo - woensdag 17 maart 2004
Antwoord
dag Marijn,
In jouw geval geldt dus: x = 1,3 en y = 10,15 Je wilt r berekenen. Zie je een rechthoekige driehoek waarin r de enige onbekende is? Dat smeekt dus om de stelling van Pythagoras. Je krijgt dan een vergelijking waarin het kwadraat van r ook nog wegvalt, dus je houdt echt iets moois over. Ik hoop dat het zo lukt, succes,