Op aselecte wijze neemt men 5 kaarten uit een spel van 52 kaarten (met terugleggen).Bereken de kans dat er 2 schoppen bij zijn, dat er ten minste 2 schoppen bij zijn, dat er ten hoogste 2 schoppen bij zijn. Ik denk dat n=5 hier, maar nu moet ik p nog berekenen. Weten jullie raad.
Kim
3de graad ASO - zondag 14 maart 2004
Antwoord
dit is een binominaal gebeuren... N=5 (5x trekken) p=.25 (de kans op succes is .25 aangezien een kwart van de kaarten schoppen zijn en dus succes geven) k=2 (2 van de vijf moeten schoppen zijn)
P(N=k) = P(N=2) = (5_over_2)*(.25)^2*(1-.25)^3 er zijn (5_over_2) mogelijkheden die elk een kans hebben van (.25)^2*(1-.25)^3 [namelijk 2x succes en 3x 'pech']
Tot slot nog de (5_over_2) mogelijkheden voor je. Ik ben vandaag namelijk in een extreem goede bui en vrees dat als ik ze er niet bijgeef je geen flauw idee hebt waar dit vandaan komt...)