Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 21434 

Re: Re: Re: Re: Exponentiele groei in de natuur

ik weet wel wat evenredig is en ook wat exponentieel is.

ik weet alleen niet waar deze formules vandaan komen
N(t+1)-N(t)=r·N(t) en deze b·gt+1-b·gt=b·gt·(g-1).

is er geen antwoord met een voorbeeld waarin het aangetoond is dat er exponentiele groei is.
of zijn die formules de antwoorden soms???

rowan
Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 13 maart 2004

Antwoord

N(t+1)-N(t) is de toename. Volgens de stelling is de toename evenredig met de populatie op dat moment. De populatie op het tijdstip t is N(t).

Evenredig wil zeggen: TOENAME=r·N(t)

Dus: N(t+1)-N(t)=r·N(t). De rest is een kwestie van tekstverwerken!

Voorbeeld

q21469img1.gif
In de laatste kolom zie je g-1!
De formule is N(t)=0,9·1,2t

Over en sluiten!

WvR
zondag 14 maart 2004

 Re: Re: Re: Re: Re: Exponentiele groei in de natuur 

©2001-2024 WisFaq