Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Exponentiële- en lineare verbanden

Ik heb twee vragen. Ik kan het namelijk niet uitstaan dat mijn leraar mij niet gelijk geeft. Ik heb namelijk 2 opgave waarvan het antwoord van de leraar niet klopt. Ik heb een heel ander antwoord kan iemand mij me gelijk geven of heeft de leraar toch gelijk.

vraag.1
tijd in dagen     0   1   2   3    4
aantal insecten 25 50 75 100 125
de vraag luidt als volgt:
-na hoeveel dagen zijn er 1600 insecten?

vraag.2

2.80x1.155=?

Ik hoop er snel achter te komen...

patric
Leerling mbo - donderdag 19 februari 2004

Antwoord

Met a: aantal inseceten en t: tijd in dagen geldt bij 1.:

a = 25·t + 25

25·t + 25 =1600
25·t = 1575
t = 63

Dus na 63 dagen...

2.

5,6318... Heb je geen rekenmschine?

WvR
vrijdag 20 februari 2004

©2001-2024 WisFaq