Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 18625 

Re: Cyclometrische vergelijking vraagje

Bedankt ,maar ik begrijp nog 1 ding niet.
Ik vroeg hoe ik Bgtg(2-Ö3) kon berekenen (ZOnder GRM) . . . EN ik krijg als antwoord OM tg (p/3 - p/4) te berekenen... IK BEGRIJP ECHTER NIET WAAROM IK DIT MOET DOEN. Ze zijn toch niet gelijk. Ik heb geen verband kunnen vinden. Kan iemand me helpen WAT IK MOET DOEN? (ik heb morgen toets)

Hartelijk bedankt.

Naïl
3de graad ASO - zondag 11 januari 2004

Antwoord

Als je met de formule van tan(a-b) de gevraagde tangens uitrekent, dan zul je zien dat daar 2-Ö3 uitkomt.
q18695img1.gif enz...
Dat betekent dus, dat bgtan(2-Ö3) = p/12.
Ik snap wel dat je niet begrijpt waarom je deze tangens moet uitrekenen, want hij komt zomaar uit de lucht vallen.
Ik zal eerlijk vertellen hoe ik op het idee gekomen ben:
Met de GRM (jawel) heb ik bgtan(2-Ö3) uitgerekend, en dit getal met p vermenigvuldigd, en daar kwam uit: 0.0833333, en dit is gelijk aan 1/12, dus ik wist dat er 1/12p uit moest komen.
Toen was de stap naar p/3-p/4 niet moeilijk meer.
succes met je toets.

Anneke
maandag 12 januari 2004

©2001-2024 WisFaq