Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 15397 

Re: Eerste orde differentievergelijkingen

Kun je in dit geval niet beter meteen voor:
[x][/t]=a(1/2)^t+b(1/3)^2+1 gelijk [x][/1]=3 invullen en voor t =1 Dan krijg je immers ook 1/2a+1/3b+1=3

Of is dit te simpel gedacht?

Mark
Student universiteit - vrijdag 24 oktober 2003

Antwoord

Dat is juist wat ik gedaan heb. Dit komt er immers op neer dat je overal t=1 stelt.

Dus: xt wordt x1
Overal waar de macht t=1 staat heb je uiteraard het grondtal zelf; a1=a voor alle aÎ

Het gedeelte daarboven bewijst alleen maar dat de rij oplossing {xt} inderdaad de oplossing is. Ik denk dat ik je eerste vraag verkeerd begrepen had. Ik meende begrepen te hebben dat je niet wist hoe je kon nagaan of dit wel effectief een algemene oplossing was.

Of heb ik je vraag verkeerd geïnterpreteerd?

Mvg,

Els
vrijdag 24 oktober 2003

©2001-2024 WisFaq