|
|
\require{AMSmath}
Vergelijking met sin en cos
Wat doe ik nu fout in de onderstaande opgave? Er komt een verkeerd antwoordt uit!
sin(2x)- 4 cos(2x)= -2
Ö(12+(-4)2)= Ö17
(1/Ö17)sin(2x) - (4/Ö17)cos(2x) = -2/Ö17 = -0,485
tan f = 4/1 f = 1,326
sin (2x-f) = sin (2x - 1,326) = 0,485 = sin(0,506)
2x = 1,326 + 0,506 + 2kp x = 0,916 + 2kp
of
2x = 1,326 + p - 0,506 + 2kp x = 1,981 + 2kp
Maar er moet het volgende uitkomen:
x = 0,4098 + kp of x = -0,6548 + kp
Kom van het mbo en moet in korte tijd nog veel leren!
Gerwin
Student hbo - maandag 6 september 2004
Antwoord
Je raakt een minteken kwijt voor het getal 0,485 en dat getal -0,485 moet nog vermenigvuldigd worden met cosf.
Misschien vind je de volgende aanpak eenvoudiger. Schrijf de vergelijking als sin(2x) = 4cos(2x) - 2 en kwadrateer dit. Dat levert op: sin2(2x) = 16cos2(2x) - 16cos(2x) + 4 en vervang daarna sin2(2x) door 1 - cos2(2x). Je krijgt nu een tweedegraadsvergelijking met variabele cos(2x). Als je cos(2x) = p noemt heb je namelijk 1 - p2 = 16p2 - 16p + 4. Bij deze aanpak moet je (vanwege het kwadrateren) de oplossingen controleren.
MBL
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
maandag 6 september 2004
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|