Goede avond Klaas Pieter ,
Ik werkte uit .
8x-3x+9+10=3√25
5x+19=15
(x(p)=(-4/5) en y(p)= (-(-4/5)+3)/2= (4+15)/10=(19/10)
Dus Co=x(p);y(p)) =(-4/5;19/10)
En hoe moet het nu verder om de antwoorden te vinden die in mijn vraag staan?
Dank U voor je uitleg en je tijd daartoe.
Goede nacht
RikRik Lemmens
11-11-2020
Er gaat wel iets mis. Er verdwijnt 'delen door 2' en bij het wegwerken van de absoluutstrepen zou je wel twee oplossingen moeten krijgen:
$
\eqalign{
& \frac{{\left| {4x + 3\left( {\frac{{ - x + 3}}
{2}} \right) + 5} \right|}}
{5} = 3 \cr
& \frac{{\left| {\frac{{5x + 19}}
{2}} \right|}}
{5} = 3 \cr
& \left| {\frac{{5x + 19}}
{2}} \right| = 15 \cr
& \left| {5x + 19} \right| = 30 \cr
& 5x + 19 = 30 \vee 5x + 19 = - 30 \cr
& 5x = 11 \vee 5x = - 49 \cr
& x = \frac{{11}}
{5} \vee x = - \frac{{49}}
{5} \cr}
$
Zo moet het kunnen!
WvR
11-11-2020
#90914 - Analytische meetkunde - Iets anders