WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 29 maart 2024

Volgorde van bewerkingen

Hoe bereken je (-2+4)·(25·9+26)+25·6=?

Imp
16-7-2001

Antwoord

Bij dit soort sommetjes is de volgorde belangrijk.
In het algemeen: (in Nederland!)
Dus:
(-2+4)·(25·9+26)+25·6=      (eerst tussen de haakjes)
2·(225+26)+25·6= (eerst vermenigvuldigen)
2·251+150= (idem)
502+150= (dan optellen)
652 (klaar...)
Je ziet tussen de haakjes gelden dezelfde regels dus eerst vermenigvuldigen, dan optellen.

Misschien goed om te weten:
25:5·5=25
Delen en vermenigvuldigen doe je op de volgorde waarop het staat.

Als je bedoelt 25:(5·5)=1 dan moet je haakjes gebruiken.

WvR
16-7-2001


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#82 - Rekenen - Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo