WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op donderdag 2 mei 2024

Re: Vermenigvuldigen en delen met breuken van wortels

Het antwoordenblad komt ook uit op 1 maar ik kom uit op 1/6 √3 en ik heb hem heel vaak opnieuw gedaan maar ik kom steeds niet goed uit.
Ja sorry, dat zal ik de volgende keer doen!

Ronja Driebergen
4-11-2012

Antwoord

2·√(1/6)·3·√(1/6)=2·3·(√(1/6)·(√(1/6))
Nu is (√(1/6)·(√(1/6)) natuurlijk gewoon gelijk aan 1/6.
(Net zoals √(2)·√(2) ook gewoon 2 is.)
Dus we krijgen 2·3·(1/6)=6·(1/6)=1.
Flauw he?

hk
4-11-2012


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#68883 - Getallen - Leerling bovenbouw havo-vwo