WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op maandag 29 april 2024

Re: Vergelijking met 2 variabelen

Bedankt voor je antwoord, voor de sinus en cosinus stond mijn rekenmachine op deg ipv rad.

Als ik de vergelijking opnieuw opstel dan blijf ik met de volgende vergelijking over namelijk:

y = A sin w·t + B cos w·t (plaats)
v = A · w · cos (w·t) - B · w · sin (w·t) (snelheid)

Plaats

28,6 · 10-3 = A sin (2,31) + B cos (2,31)
B uitdrukken in A geeft:
A · 0,73 + B · -0,67 = 0,0286
A = (0,0286-B(-0,67))/0,73 = 0,0391 – B(-0,91)

snelheid

0 = 0,0391 – B(-0,91) · 18,49 · cos(2,31) - B ·18,49 · sin (2,31) =

12,89 B = 0,0391 – 12.06B =

B = 3,03 10-3 -0,93B

Als ik B hier naar de andere kant haal dan houdt ik 1 over namelijk B/B .

Hoe druk ik hier B nu uit als 1 constante?

Winnie
10-12-2011

Antwoord

Hallo Winnie,

Ik heb bij het bepalen van A niet alles nagerekend, dus ik weet niet of de getallen kloppen. Ik ga er even vanuit dat deze uitdrukking goed is:

A = 0,0391 - B(-0,91)

Dit kan je eenvoudiger schrijven als:

A = 0,0391 + B·0,91

Dan zie ik dat bij het invullen van deze uitdrukking in je vergelijking van de snelheid haakjes ontbreken. De correcte notatie is:

0 = (0,0391 + B·0,91)×18,48×cos(2,31) - B×18,48×sin(2,31)

Vervolgens eerst haakjes netjes wegwerken, en dan B isoleren.

Ik begrijp niet hoe je aan jouw volgende vergelijking komt:
12,89B = 0,0391 - 12,06B. Waarschijnlijk heb je de haakjes niet goed verwerkt. Dit zal je zorgvuldiger moeten doen, dat start met zorgvuldig noteren. Lukt dat?

GHvD
10-12-2011


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#66353 - Vergelijkingen - Student hbo