Iemand neemt een aantal kaarten en legt deze in hoopjes van 4. Ze houdt één kaart over. Legt ze de kaarten in hoopjes van 5 dan houdt ze er twee over. Er zijn 2 hoopjes meer van 4 kaarten dan 5 kaarten. Hoeveel kaarten waren er oorspronkelijk?
Ik weet niet zo goed hoe ik de vergelijking moet opstellen. Uitwerken is geen probleem.marijke
30-8-2009
Soms is het handig om achteraan te beginnen. Neem 's aan dat er v stapeltjes van 5 kaarten zijn. Als je dan kijkt naar het totaal aantal kaarten dan geldt:
totaal=5v+2 (de stapeltjes van 5)
of ook:
totaal=4(v+2)+1 (de stapeltjes van 4)
Er geldt: 5v+2=4(v+2)+1
Daarmee kan je 'v' en het totaal aantal kaarten wel bepalen denk ik.
WvR
30-8-2009
#60026 - Vergelijkingen - 2de graad ASO