WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 3 mei 2024

Oppervlakte en vergroting

Hallo ik snap helemaal niks van het rekenen met de factor, ik kan niet de oppervlakte van een driehoek vinden bijv: de eerste hoek is 2 cm de onderste 4 cm en die er naast 2 cm ze zeggen dat de oppervlakte 2,9cm2 is..hoe komen ze hier nou weer aan?
En dan staat er wat is de vergroting hiervan: dat kan ik wel de factor is 2,5 dus die driehoek is 7,5 de onderste 10 cm en die ernaast 5 cm dus daarna staat er wat i s de oppervlakte hiervan en de omtrek??!!! en dat kan ik niet!! kunnen jullie mij hiermee helpen??!!!
dank jullie wel..

tannaz
15-11-2008

Antwoord

Je hebt een driehoek met zijden van 2, 2 en 4? Dat is geen driehoek! Het zal dus wel een driehoek zijn met zijden 2, 3 en 4 cm. De oppervlakte is (kennelijk) gegeven en die is (ongeveer) 2,9 cm2. De vergroting heeft de zijden 5, 71/2 en 10 cm. De zijden zijn dus allemaal 21/2 keer zo groot. De oppervlakte wordt dan (21/2)2 keer zo groot.

Dat is altijd zo. Als de lengten van de figuur x keer zo groot worden wordt de oppervlakte x2 zo groot. Denk maar aan een vierkant van 2 bij 2. De oppervlakte is 4. Als je alle zijden 3 keer zo groot maakt krijg je een vierkant van 6 bij 6. De oppervlakte is 36 en dat is inderdaad 32=9 keer zo groot. Bij je driehoek gaat dat precies zo... Dus...

WvR
15-11-2008


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#57164 - Oppervlakte en inhoud - Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo