WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op zaterdag 27 april 2024

Stelsels van vergelijkingen oplossen

Voor een huistaak van wiskunde kregen we volgende opdracht:

"Ber Moors kweekt geiten, schapen en struisvogels. Toen ik hem vroeg hoeveel stuks hij van elke soort had, kreeg ik het volgende antwoord:
  1. wanneer 1/3 van mijn geiten schapen zou zijn, had ik evenveel geiten als schapen en struisvogels samen.
  2. wanneer 1/3 van mijn schapen struisvogels zou zijn, had ik vijf maal zoveel geiten als struisvogels.
  3. wanneer 1/3 van mijn struisvogels geiten zou zijn, had ik 470 geiten.
Kun jij achterhalen hoeveel geiten, schapen en struisvogels boer Moors heeft?"

Als ik dit las, kon ik volgende vergelijkingen opstellen:
  1. 2/3 x = y+z+1/3 x
  2. 5x = z+1/3y
  3. x+1/3 z = 470
Als ik dan dit stelstel oplos, kom ik echter deze getallen uit: 136,4516..., -955,1612... en 1000,6451...
Ik veronderstel dat de oplossing eerder een natuurlijk getal is.... m.a.w. waar zit mijn fout?

Sven Beeckman
26-3-2007

Antwoord

Moet 2. niet zijn: x=5(z+1/3y)?

WvR
26-3-2007


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#49911 - Vergelijkingen - 3de graad ASO