Voor een huistaak van wiskunde kregen we volgende opdracht:
"Ber Moors kweekt geiten, schapen en struisvogels. Toen ik hem vroeg hoeveel stuks hij van elke soort had, kreeg ik het volgende antwoord:Kun jij achterhalen hoeveel geiten, schapen en struisvogels boer Moors heeft?"
- wanneer 1/3 van mijn geiten schapen zou zijn, had ik evenveel geiten als schapen en struisvogels samen.
- wanneer 1/3 van mijn schapen struisvogels zou zijn, had ik vijf maal zoveel geiten als struisvogels.
- wanneer 1/3 van mijn struisvogels geiten zou zijn, had ik 470 geiten.
Als ik dit las, kon ik volgende vergelijkingen opstellen:Als ik dan dit stelstel oplos, kom ik echter deze getallen uit: 136,4516..., -955,1612... en 1000,6451...
- 2/3 x = y+z+1/3 x
- 5x = z+1/3y
- x+1/3 z = 470
Ik veronderstel dat de oplossing eerder een natuurlijk getal is.... m.a.w. waar zit mijn fout?Sven Beeckman
26-3-2007
Moet 2. niet zijn: x=5(z+1/3y)?
WvR
26-3-2007
#49911 - Vergelijkingen - 3de graad ASO