WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op dinsdag 7 mei 2024

Re: Tweedegraadsvergelijking als algemene term voor een MR

Ja maar als je dat uitwerkt krijg je:

5n2+10n+5+6n+6-3-5n2-6n+3=10n+14

je weet nu het verschil tussen twee opeenvolgende termen van de MR maar dat getal ken je niet. Je weet alleen dat het verschil tussen twee opeenvolgende getallen van de RR gelijk is aan 10. Toch?

Kevin
20-3-2007

Antwoord

Beste Kevin,

De verschilrij heeft als voorschrift u(n)=10n+14 en dat is precies een rekenkundige rij met verschil 10 - hetgeen aangetoond moest worden.

mvg,
Tom

td
20-3-2007


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#49811 - Rijen en reeksen - 2de graad ASO