WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op zondag 28 april 2024

Vergelijkingen met 2 onbekende oplossen

ik heb de volgende vergelijkingen.
10= -112.a + 44.b en
10= 44.a - 8.b

Hoe los ik hieruit a en b uit op.
Ik moet uitkomen op a = 1/2 en b =1,5
Maar alles wat ik probeer kom ik niet verder dan
a.3 = b

danny derks
27-9-2006

Antwoord

Beste Danny,

Ik begrijp dat je uit de gegeven vergelijking kan afleiden dat 3a = b? Vervang dan b door deze uitdrukking (namelijk 3a) in één van beide vergelijkingen.
Je houdt nu een vergelijking over met maar één onbekende, namelijk b, dus die kan je oplossen naar b.
Eens je b hebt, heb je via 3a = b Û a = b/3 ook a gevonden.

mvg,
Tom

td
27-9-2006


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#46806 - Vergelijkingen - Student hbo