WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op donderdag 2 mei 2024

Exact oplossen met algebra

hoe los je deze formules op met algebra en graag met stappen doen :
2Ö(1+x)+4 = 7
3Ö(2x-9) = 102
3: Ö(4-x)= 1

deze formules snap ik niet hoe je ze uitrekent. alles wat tussen haakjes staat hoort onder het wortel teken.
kunt u over de formules uitleg geven?
alvast bedankt
groetjes mij

natasja
30-10-2004

Antwoord

De truc is om de wortelvorm helemaal af te zonderen van de rest. Bij vergelijking (1) wordt dat eerst 2Ö(1+x) = 3 en daarna Ö(1+x) = 11/2 en ten slotte kwdrateer je links en rechts om te krijgen 1 + x = 21/4.

Nummer (2) hoef je alleen maar door 3 te delen en dan te kwadrateren en bij nummer (3) is meteen kwadrateren mogelijk.

In het algemeen heeft kwadrateren een vervelende eigenschap, namelijk dat er uitkomsten kunnen ontstaan die tóch niet blijken te kloppen. Je zou dus bij elke opgave na afloop even moeten controleren of de gevonden x-waarde wel de juiste is. Dat is makkelijk, want je hoeft die waarde maar in te vullen in de oorspronkelijke vergelijking en je ziet of het wel/niet klopt.

MBL
30-10-2004


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#29274 - Vergelijkingen - Leerling bovenbouw havo-vwo