WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op zaterdag 4 mei 2024

Bewijs over gemiddelden

Hoe bewijs je, dat
1/(1/2*(1/a+1/b)) (in breukvorm) altijd kleiner of gelijk is aan Öa*b voor elk tweetal positieve getallen a en b?

Wilma
3-10-2004

Antwoord

1/(1/2(1/a+1/b))Ö(ab)?
Herschrijf: 1/(1/2(1/a+1/b))=2/(1/a+1/b)=2ab/(a+b)
Dus bewijs: 2ab/(a+b)Ö(ab)
kwadrateren: 4a2b2/(a+b)2abÛ4a2b2ab(a+b)2Û4ab(a+b)2Û4aba2+2ab+b2Ûa2-2ab+b20Û(a-b)20 ; per definitie is ieder kwadraat 0 dus ook (a-b)20.
Om het echte bewijs te leveren, is het beter te beginnen bij de laatste regel en dan terug te werken. Dus begin met iets als: laat a,bÎ dan (a-b)20Ûa2-2ab+b20Ûa2+2ab+b24ab etc.etc.

Zie Mathworld - Arithmic Mean [http://mathworld.wolfram.com/ArithmeticMean.html]

Sander
4-10-2004


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#28052 - Bewijzen - Student hbo