WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op dinsdag 14 mei 2024

Oplossen van logaritmische vergelijkingen

Hallo,

Ik ben met wiskunde bezig met het oplossen van logaritmische vergelijkingen,maar ik begrijp er eerlijk gezegd echt helemaal niets van misschien dat u me een steuntje in de rug kunt geven en wat informatie kunt geven hoe ik het best te werk kan gaan?het gaat om dit soort sommen:Los op:3log x=2*3log5
:3log x=3log5+3log2
:5log x=3*5log2-2*5log3

Marusch
13-9-2004

Antwoord

Beste,

Dat je er niets van begrijpt komt waarschijnlijk omdat je de rekenregels voor logaritmen niet (goed) beheerst.

1. 3Log x = 2·3Log 5

Het rechterlid kan je schrijven als: 3Log 52
3Log x = 3Log 25
Hier pas je toe de algemene regel:
gLog an= ngLog a

2. 3Log x = 3Log 5 + 3Log 2
Het rechterlid kan je schrijven als: 3Log 5·2
3Log x = 3Log 10
Hier pas je toe de algemene regel:
gLog a + gLog b = gLog a·b

3. 5Log x = 5Log 8 - 5Log 9
Het rechterlid kan je schrijven als:
5Log 8/9
5Log x = 5Log 8/9
Hier pas je toe de algemene regel:
gLog a - gLog b = gLog a/b

Vriendelijke groet

pl
13-9-2004


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#27320 - Logaritmen - Leerling bovenbouw havo-vwo