WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op maandag 29 april 2024

Trillingen en frequenties berekenen

Hallo, ik (student LOI Havo-B oude stijl) ben aan het rekenen met frequenties en trillingen. Op zich niet zo moeilijk maar als je(volgens mij) het verkeerde antwoord of een drukfout!! krijgt van de LOI wordt het toch wel een beetje ingewikkeld. De vraag is:

Gegeven zijn de trillingen voorgesteld door Y1=sin t ,
Y2=sin(t-1/2p) en Y3=Y1+y2 met tÎ [0,4p]

a) Teken in een figuur de grafieken van Y1,Y2 en Y3
b) Wat zijn de frequenties van Y1,Y2 en Y3?

Antwoord van de LOI is:
a) Kan ik hier niet tekenen
b) De frequenties zijn alle drie 2p Hz.
Volgens mij bedoelen ze met dit antwoord de trillingen
in plaats van de frequenties. Klopt dat?

Eigen antwoord is:

a) Kan ik hier niet tekenen maar is hetzelfde als de LOI
b) Y1: trilling T=2p:1=2p
frequentie f=1:2p (het omgekeerde van T)
Y2: T=2p:1=2p
f=1:2p
Y3: T=2p:1=2p
f=1:2p

Klopt het dat ze de trillingen en de frequenties door elkaar hebben gehaald?

Ze geven bij het antwoord ook nog een opmerking dat
sin(t-1/2p) = cos t
Dat moet volgens mij zijn:
sin(t-1/2p) = -cos t Klopt dat?
Alvast bedankt voor het antwoord

A.Bergman
20-4-2003

Antwoord

Als de tijd in seconden wordt uitgedrukt, is de frequentie is inderdaad 1/(2p) Hz in alle drie gevallen.

En ook je andere opmerking is correct. Het is altijd handig om bij zulke formules een waarde van t in te vullen en te controleren wat er staat.

cl
20-4-2003


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#10142 - Goniometrie - Leerling bovenbouw havo-vwo